Huurkorting bij grote winkelketens

Binnen de rechtspraak wordt steeds duidelijker welke gevolgen de coronacrisis heeft op huurovereenkomsten in het bedrijfsleven. Inmiddels zijn ook de eerste uitspraken gepubliceerd, waarin de huurder onderdeel van een winkelketen is. Dat levert nieuwe vragen op. Moeten de klappen van de coronacrisis binnen de winkelketen worden opgevangen? Hoe zit het met de omzet uit onlineverkoop? Moet ook rekening gehouden worden met buitenlandse omzet? Rechtbank Rotterdam geeft de eerste relevante rechtsoverwegingen. Wij nemen jullie mee aan de hand van drie uitspraken.

Scotch & Soda
Scotch & Soda vroeg huurkorting voor één van haar vestigingen. De kantonrechter in Rotterdam oordeelde dat sprake was van onvoorziene omstandigheden, zodat de huurovereenkomst kon worden gewijzigd. Bij de berekening van de huurkorting speelde de vraag of rekening moest worden gehouden met de door het concern behaalde omzetten en de verdubbeling van het aantal onlineverkopen. De kantonrechter overwoog -voor het eerst- expliciet dat inderdaad rekening moest worden gehouden met de door Scotch & Soda behaalde omzet uit de onlineverkoop, ook al zat deze omzet in een andere B.V. binnen hetzelfde concern. De fysieke winkels waren weliswaar gesloten, maar dit nam niet weg dat aannemelijk was dat de omzet van de winkels wegvloeide richting de webshop. Het was volgens de rechter dan ook niet redelijk om de in Nederland behaalde omzet uit onlineverkoop volledig buiten beschouwing te laten.

Vanilia
Eind vorig jaar deed de kantonrechter in Rotterdam uitspraak in een zaak waarin winkelketen Vanilia om huurkorting voor één van haar vestigingen verzocht. Het resulteerde uiteindelijk in een huurkorting van 10% voor april en mei 2020. De kantonrechter was van oordeel dat voldoende aannemelijk was dat Vanilia -ondanks  eventuele toename in onlineverkopen- te maken heeft (gehad) met een omzetdaling. In deze zaak heeft de kantonrechter dus impliciet rekening gehouden met omzet uit onlineverkoop. Dat de berekeningen verder niet geconcretiseerd waren, lag aan de huurder: zij had haar omzetverlies niet (nader) met stukken onderbouwd.

C&A
Winkelketel C&A vroeg huurkorting voor haar vestiging in Haarlem. De kantonrechter in Noord-Holland wees deze vordering af, omdat C&A haar omzetverlies niet had onderbouwd. C&A wilde geen onderbouwing geven, omdat dit ‘concurrentiegevoelige’ informatie betrof. De kantonrechter had daar begrip voor, maar dat had wel tot gevolg dat het causaal verband tussen de (gevolgen van) de coronacrisis en het niet (kunnen) betalen van de huur niet is komen vast te staan.

Conclusie
Lessen uit bovenstaande rechtspraak zijn dat de omzet uit onlineverkoop inderdaad relevant is bij de toekenning en berekening van eventuele huurkorting. Daarnaast kijkt de rechter niet alleen naar de verzoekende B.V., maar naar het hele concern. Verder valt op dat deze grote winkelketens niet graag inzage geven in hun omzetten. Dit zie je toch minder vaak bij kleinere winkels die geen onderdeel zijn van een grotere keten. Vragen over huurkorting bij commerciële contracten? Neem dan gerust even contact op met Eveline Speich, Tim Gijtenbeek of één van onze andere specialisten.

Bronnen:
Scotch & Soda https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2021:6738
Vanilia https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2020:13186
C&A https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:3453