Ontslag op staande voet zonder bewijs: werkgever betaalt € 200.000

Inhoudsopgave

Twee broers, werkzaam bij een producent van betonmallen, kregen op 11 maart 2025 te horen dat ze per direct op staande voet waren ontslagen. Waarom? Volgens hun werkgever zouden ze zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal en fraude. Heftig, maar hoe stevig was deze beschuldiging eigenlijk? En wat vond de rechter ervan? In deze blog lees je waarom het ontslag uiteindelijk onterecht bleek — en de werkgever diep in de buidel moest tasten.

Wat was er aan de hand?

De broers werkten sinds begin 2022 in loondienst bij de werkgever. Daarvoor waren ze al langere tijd als zzp’er actief voor hetzelfde bedrijf – één van hen zelfs al sinds 2016, zonder schriftelijke overeenkomst. Ze kenden het bedrijf dus door en door. Ook hun vader werkte er, totdat die samenwerking eindigde na een conflict.

Rond maart 2025 kregen de broers plots een vaststellingsovereenkomst voorgeschoteld. Ze moesten direct hun spullen inleveren. Wat volgde waren telefoontjes met de boodschap “Teken, of we gaan graven tot we iets vinden.” Niet veel later werden ze beschuldigd van gesjoemel met orders en het ‘wegsluizen’ van producten. Klinkt spannend, maar de onderbouwing bleek flinterdun.

Wat vond de rechter?

De kantonrechter maakte korte metten met het ontslag. Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet is een dringende reden vereist — en die was er simpelweg niet. De werkgever wist die reden bovendien niet meteen duidelijk te maken, wat óók tegen hem werkte.

En die vermeende fraude? Daar bleek niets van te kloppen. De orders waar het om ging waren keurig geregistreerd, gefactureerd én betaald. Van “buiten de boeken om” verkopen was geen sprake. Ook voor een ander pakket bleek onvoldoende bewijs.

Interessant was bovendien het oordeel van de rechter over het zzp-verleden van één van de broers. Die samenwerking werd met terugwerkende kracht als arbeidsovereenkomst gekwalificeerd, omdat de manier van werken en de gezagsverhouding er alle kenmerken van hadden. Dat leverde extra rechten op, zoals pensioen, opzegtermijn en meer transitievergoeding.

En de schade?

Die liep flink op. De rechter kende de broers meerdere vergoedingen toe, waaronder:

  • Billijke vergoeding: €62.000 en €52.000
  • Transitievergoeding: €19.323 en €5.709
  • Vergoeding wegens onregelmatige opzegging: €16.293 en €8.452
  • Plus: achterstallig loon, vakantiegeld, vakantiedagen, advocaatkosten én proceskosten

 

Totaal? Bijna €200.000. Een stevige financiële tik voor de werkgever — en dat allemaal door een onterecht ontslag op staande voet.

Tot slot

Een ontslag op staande voet is geen quick fix. Het moet steunen op keiharde feiten, direct gecommuniceerd worden en juridisch kloppen. Beschuldigingen zonder bewijs? Die houden geen stand.

Twijfel je als werkgever over een ontslag? Overweeg je om iemand op staande voet te ontslaan? Neem dan altijd eerst contact op met een juridisch specialist. Heb je vragen? Onze arbeidsrechtspecialisten zoals Michiel Vergouwen of Dorien Zwart helpen je graag verder.

Bronnen:

Rechtbank Noord-Holland 30 april 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4695

De inhoud van deze blog is actueel op de datum van publicatie, maar het recht is voortdurend in beweging. Voor de meest recente juridische inzichten, neem gerust contact op met ons kantoor via [email protected] of 020 – 676 2500.

Deel deze blog: