Social media op de werkvloer

Veel mensen beginnen en eindigen de dag op hun telefoon. We delen, liken en tweeten ons suf. Voor werkgevers en werknemers is dit niet anders. In de rechtspraak zien we steeds vaker dat social media op de werkvloer voor problemen zorgt. Werknemers die ongepaste dingen op LinkedIn en Facebook zetten. Of werkgevers die voor gek worden gezet in filmpjes op YouTube. In deze blog 3 rechtszaken waarin LinkedIn, Facebook en YouTube de hoofdrol speelden. Ter lering en vermaak.

YouTube
De werkgever in deze zaak was een groothandel in computers en software. Een webdesigner werkte daar sinds 2017. In 2021 bleek dat zij een concurrerende website had. Na deze ontdekking werd zij op non-actief gesteld. Een dag later meldde ze zich ziek. De zaak escaleerde toen op YouTube diverse filmpjes verschenen waarin het gezicht van de werkgever was geknipt en geplakt en waarmee de werkgever belachelijk werd gemaakt. Deze filmpjes waren gemaakt door de werknemer. De werkgever deed aangifte van smaad/belediging en wilde daarnaast ontslag wegens verwijtbaar handelen. De kantonrechter vond het zelfs zo ernstig dat ook geen transitievergoeding betaald hoefde te worden.

Facebook
Dan de reclasseringsmedewerker (in dienst sinds 2007) die niet goed functioneerde. Er werd een verbeterplan voorgesteld, waarna diverse ziekmeldingen volgde. De re-integratie en het verbetertraject verliepen allerminst soepel. Mediation werd opgestart en na 2 maanden weer beëindigd. Toen de werknemer negatieve berichten op facebook begon te plaatsen, ging het snel. In de uitspraak staan de letterlijke berichten te lezen, zoals:

• “Maar wat nu als je als werknemer van de reclassering ziek wordt als gevolg van overbelasting? Dan word je door leidinggevenden en zelfs de directie als crimineel gezien en behandeld.”
• “Ik heb geen woord gelogen. Ja, er zijn leidinggevenden binnen Reclassering Nederland die zelfs strafbare feiten plegen.”
• “Ik zie de 3de sommering om mijn berichten te verwijderen tegemoet. Dat zal echter niet gaan gebeuren. Dit is nl geen fake nieuws. Het gebeurt echt. Gelukkig hebben we nog altijd de vrijheid van meningsuiting.”

De kantonrechter werd verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Omdat beide partijen de verstoring erkenden, eindigde het dienstverband met een transitievergoeding. Vanwege de zeer publiekelijke uitingen van ontevredenheid op Facebook kreeg de werknemer ook nog een verbod mee inzake negatieve uitingen over de werkgever in de toekomst.

LinkedIn
Een werknemer van een vervoersbedrijf had een 1-jarig contract. Dat werd niet verlengd. De laatste 2 maanden werd hij vrijgesteld van werk om een nieuwe baan te zoeken. In die vrije periode bleef hij zeer actief op LinkedIn. Hij wekte bij klanten en collega’s keer op keer de indruk nog in functie te zijn. Een verzoek hiermee te stoppen, hielp niet. Hij bleef posten o.v.v. zijn functie bij werkgever. Ondanks dat zijn contract 1 maand later zou aflopen, werd hij op staande voet ontslagen. De kantonrechter vond dat bepaalde gedragingen inderdaad onacceptabel waren. Echter, ontslag op staande voet ging in dit geval te ver. De werkgever had duidelijker moeten waarschuwen. Ook was onvoldoende aangetoond waarom de LinkedIn berichten schadelijk waren voor werkgever. De laatste maand loon moest alsnog worden uitbetaald (+ transitievergoeding).

Tot slot
Mensen beseffen niet altijd wat de gevolgen kunnen zijn van bepaalde online uitlatingen. Social media op de werkvloer kan verstrekkende gevolgen hebben. Waarschuw werknemers duidelijk als zij online te ver gaan en documenteer dit goed. Hulp nodig? Neem dan gerust contact op met Clarissa Kuiperi-Botter, Bram Furstner of één van onze andere specialisten.

Bronnen:
Rechtbank Gelderland d.d. 6 december 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6917
Rechtbank Zeeland-West-Brabant d.d. 8 november 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:5635
AR 2022-0040: Rechtbank Rotterdam d.d. 8 oktober 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:10816