Afgelopen najaar was het je misschien al opgevallen: aan de Vinolytoren op de Zuidas (die met ene met de schuine inkepingen) hingen ineens twee gigantische spandoeken met daarop een bewerkte cowboy-achtige ‘wanted’-foto van de bestuurdersvoorzitter van de Rabobank. De oorspronkelijke portretfoto was te vinden op de website van de bank.
Naast de wanted-foto was het portret van de bestuursvoorzitter ook nog op andere manieren door Greenpeace gebruikt, namelijk in een video op sociale media waarin hij werd afgebeeld met een kettingzaag omgegeven door een gekapt bos. Tevens werd de foto gebruikt in een bericht op de website van Greenpeace waarin het publiek werd opgeroepen om de man een onvriendelijk kaartje te sturen. Ook werden stickers en posters met zijn portret in de openbare ruimte geplakt. Van al deze acties werd tot slot uitvoerig door Greenpeace op haar sociale media verslag gedaan.
De grote wanted-spandoeken aan de Zuidas-toren werden na elke uren al verwijderd. Toch liet de Rabobank het er niet bij zitten en stuurde Greenpeace op 16 oktober 2024 een sommatiebrief waarin o.a. werd gesommeerd iedere schending van portretrechten te staken en gestaakt te houden en om alle reeds gedane verspreidingen van het portret zoveel mogelijk te verwijderen. Uiteindelijk zijn partijen het niet eens geworden, waardoor de zaak op 12 november 2024 voor de Amsterdamse kort geding rechter kwam.
Wat vond de rechter?
En die uitspraak is bijzonder interessant. Deze rechter legde goed uit dat het hier gaat om artikel 20 Auteurswet. Hieruit volgt dat het verbod om het portret zonder toestemming van de geportretteerde openbaar te maken rust op degene aan wie auteursrecht toekomt. Met andere woorden: de auteursrechthebbende, dus de oorspronkelijk maker van het portret óf degene die door overdracht auteursrechthebbende is geworden. Greenpeace is geen van beide. De voorzieningenrechter zegt dat een zuiver grammaticale uitleg van dit artikel zou meebrengen dat dit verbod dus niet op Greenpeace van toepassing is.
De uitkomst van deze interpretatie staat daarmee haaks op het systeem van de wet, dat verdergaande bescherming poogt te bieden aan een opdrachtgevende geportretteerde, aldus de voorzieningenrechter. Het feit dat Greenpeace géén auteursrechthebbende is, zou niet moeten betekenen dat zij méér vrijheid heeft bij het openbaar maken van het portret, dan de auteursrechthebbende zelf. Het uitgangspunt moet dan ook zijn dat de openbaarmaking van een portret door een niet-rechthebbende, zonder toestemming van de geportretteerde óók onrechtmatig kan zijn.
Grondrechtenkwestie
Om deze vraag te beantwoorden moet je kijken naar grondrechten, in dit geval het recht op vrijheid van meningsuiting van Greenpeace. Dit recht mag op grond van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens alleen worden ingeperkt wanneer bijvoorbeeld iemands goede naam wordt geschaad of andere rechten worden geschonden. Deze belangen moeten worden afgewogen tegen het belang van de vrijheid van meningsuiting. Het belang van de voorzitter van de raad van bestuur is in dit geval dat hij, net als iedereen, bescherming hoort te krijgen tegen aantasting van zijn privé persoon en lichtvaardige verdachtmakingen. De Rabobank wil als werkgever natuurlijk de privacy beschermen van al haar medewerkers, waaronder de baas, beschermen. Greenpeace aan de andere kant, moet in het openbaar kritisch kunnen zijn en het publiek kunnen informeren over misstanden tegen het milieu.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrijheid van meningsuiting, in een democratische samenleving, ook van toepassing is op uitingen die beledigen, shockeren of verstoren. En daarbij geldt ook, aldus de voorzieningenrechter, dat voor organisaties als Greenpeace deze vrijheid van meningsuiting een verhoogde bescherming geniet, gelet op het publieke belang en debat dat zij dienen met hun uitingen. Zij moeten dergelijke informatie en ideeën kunnen verspreiden, en dat mag niet zomaar worden ingeperkt.
De vorderingen ten aanzien van het verwijderen van de video op sociale media, de afbeeldingen op de website en de stickers en posters werden afgewezen. De voorzieningenrechter zei hier nog bij dat het duidelijk is dat het hier gaat om kritiek op de man in zijn rol als bestuursvoorzitter, en niet als privépersoon. Dit moet hij, als bestuursvoorzitter van een grote bank, nou eenmaal dulden.
Is jouw foto, afbeelding of video ergens gepubliceerd zonder jouw toestemming en wil je daar iets aan doen? Of wil jij juist een foto, afbeelding of video plaatsen van een bekend persoon en heb je vragen over hoever dit mag gaan? Neem dan gerust contact op met Thomas van Weeren.
Bronnen:
Rechtbank Amsterdam 26 november 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:7219