DKVA is de vaste juridische partner van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Het kantoor verzorgt o.a. de juridische helpdesk van de BK. Bij de juridische helpdesk van de BK komen soms in korte tijd veel vragen binnen over één specifiek onderwerp. In deze blog zetten we zo’n onderwerp in de schijnwerpers, als zijnde ‘een les uit de helpdesk’. Dit keer: de zieke BBL-er, ontbindende voorwaarden en ontslag.
Ontbindende voorwaarde
In veel leer-arbeidsovereenkomsten is een ontbindende voorwaarde opgenomen dat de arbeidsovereenkomst automatisch (per direct) wordt beëindigd wanneer de opleiding wordt beëindigd. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat een ontbindende voorwaarde aan 3 vereisten moet voldoen: 1) het moet verenigbaar zijn met het gesloten ontslagstelsel, 2) de werkgever mag geen invloed uitoefenen op het intreden van de ontbindende voorwaarde en 3) het moment van intreden moet objectief bepaalbaar zijn. Recent oordeelde de rechter over zo’n ontbindende voorwaarde bij het ontslag van een zieke BBL-er.
De casus
De BBL-er was sinds 1 september 2019 in dienst op basis van een leer-arbeidsovereenkomst. De overeenkomst werd meermaals verlengd, laatstelijk op 22 juni 2023 tot 1 augustus 2024. De BBL-er was echter ziek sinds augustus 2023. Omdat de BBL-er ziek was, beëindigde het opleidingsinstituut de opleiding. De werkgever stuurde vervolgens een brief dat de leer-arbeidsovereenkomst (van rechtswege) per 1 november 2023 werd beëindigd wegens het stoppen van de opleiding. De BBL-er was het hier niet mee eens. Hij vroeg de rechter om loondoorbetaling.
Wat vond de rechter?
De ontbindende voorwaarde werd door de rechter als niet rechtsgeldig beoordeeld. Het moest, ook voor een BBL-er zonder juridische achtergrond, glashelder zijn onder welke voorwaarden het eindigen van de opleiding een beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft. In dit geval werd de opleiding wegens ziekte beëindigd, zodat het collegegeld dan nog kon worden terugbetaald. Het was de vraag of de BBL-er zich realiseerde dat daarmee ook de arbeidsovereenkomst eindigde met mogelijk consequenties voor een eventuele ZW- of WW-uitkering, aldus de rechter.
De werkgever had echter ook een extra ontbindingsverzoek gedaan in de procedure. Daarover zei de rechter: “In voldoende mate is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer onlosmakelijk is verbonden met het volgen van een opleiding. Het staat vast dat de werknemer dit studiejaar (2023-2024) nog niet naar school is geweest en dit schooljaar ook niet meer terug gaat naar school vanwege zijn ziekte.”
Daarom was in deze omstandigheden sprake van een inhoudsloze arbeidsovereenkomst, omdat het leeraspect gedurende een heel schooljaar ontbrak. De leer-arbeidsovereenkomst werd alsnog door de rechter per 1 mei 2024 ontbonden op de h-grond (restgrond). De rechter overwoog dat geen samenhang was met het opzegverbod tijdens ziekte. Over de periode november 2023-mei 2024 moest wel het salaris nog worden (na)betaald.
Tot slot
De advocaten en juristen van DKVA kennen de kinderopvangbranche goed en zijn gespecialiseerd in de juridische kwesties die binnen de branche spelen. Zo is het altijd goed om advies in te winnen wanneer sprake is van een rechtsgeldige ontbindende voorwaarde. Heb je vragen daarover, over een zieke BBL-er of anderszins? Neem dan gerust contact op met Charlotte Koopman ([email protected], tel 020 676 2500), Claudia van Hooff ([email protected]) of één van onze andere specialisten.
Bronnen:
Rechtbank Rotterdam, d.d. 5 maart 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:2570
De inhoud van deze blog is actueel op de datum van publicatie, maar het recht is voortdurend in beweging. Voor de meest recente juridische inzichten, neem gerust contact op met ons kantoor via [email protected] of 020 – 676 2500.