Roken onder werktijd,
mag dat?
Een analyse van de rechtspraak over roken onder werktijd.
Recent kwam in het nieuws dat Groningen de eerste rookvrije stad van Nederland wil worden. Advocaat Benedicte Ficq is al enige tijd bezig met een rechtszaak tegen de tabaksindustrie. Daarbij is de campagne Stoptober momenteel in volle gang. Discussie genoeg over roken dus. Aanleiding voor ons om eens in de rechtspraak te kijken hoe het eigenlijk zit met roken onder werktijd. Zijn werknemers vrij om een sigaret te roken waar en wanneer zij dat willen of kunnen werkgevers dit (succesvol) aan banden leggen? Je leest het in deze blog.
Voorbeeld 1
Een werknemer was sinds 1994 in dienst van een bakkerij. Toen hij in dienst kwam, stond in het huishoudelijk reglement dat roken was verboden met uitzondering van de aangewezen rookruimte. Vanaf januari 2016 kwam een nieuw rookbeleid, nu mocht nergens meer worden gerookt. Toch rookte de werknemer (stiekem) nog een paar keer in de bakkerij. De laatste keer zelfs in een kast met deeg dat aan het rijzen was. Wat volgde was ontslag op staande voet. De kantonrechter vond dit onterecht. Omdat de werknemer niet terug wilde keren, ontving hij een transitievergoeding van € 46.847,-. De bakkerij ging in hoger beroep. Het Hof stelde (anders dan de kantonrechter) dat de werknemer had moeten begrijpen dat roken in de kast vergaande consequenties zou hebben. Hij wist van het algemene rookverbod en was al veel vaker gewaarschuwd na een stiekem sigaretje. Het ontslag was rechtsgeldig en de werknemer moest de transitievergoeding terugbetalen.
Voorbeeld 2
De werknemer was sinds 2000 in dienst als servicemedewerker bij een tankstation. In het huishoudelijk reglement stond dat op alle locaties en terreinen een rookverbod gold, ook buiten diensttijd. Bij overtreding zou ontslag op staande voet worden gegeven. Vrij duidelijk dus. Op een dag reed een manager langs het tankstation en zag de werknemer buiten roken. Hij werd op staande voet ontslagen. De kantonrechter vond het bewezen dat de werknemer had gerookt. Er waren camerabeelden en de sigaret was zelfs op DNA getest. De werknemer ging alsnog in hoger beroep. Het Hof had geen reden om een alternatief scenario te geloven. De werknemer wist van tevoren wat de consequentie zou zijn als hij betrapt zou worden. Hij had bovendien een voorbeeldfunctie tegenover klanten die ook niet mogen roken bij het tankstation. Het ontslag hield stand en hij kreeg geen transitievergoeding.
Conclusie
Het staat werkgevers vrij roken op de werkvloer te ontmoedigen of te verbieden. De rechtspraak laat zien dat dan wel een duidelijk rookbeleid moet worden opgesteld en ook moet worden gehandhaafd. Werknemers moeten weten wat de regels zijn. Wordt het alsnog oogluikend toegestaan, dan is het rookbeleid natuurlijk niet veel waard. Wordt het consequent nageleefd, dan is ontslag (op staande voet) niet ondenkbaar. De genoemde voorbeelden zijn het resultaat van meerdere overtredingen op onhandige plekken (bij etenswaren en bij benzinedampen). Vragen hierover? Neem dan gerust contact op met Charlotte Koopman of één van onze andere specialisten.
Bronnen:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 19 december 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:11448
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 12 september 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8170
Liever direct contact opnemen?
Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog
Op de hoogte blijven?
Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.