Bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor 9 miljoen

Een bestuurder persoonlijk aansprakelijk houden. Dat is nogal wat. De lat voor bestuurdersaansprakelijkheid ligt in Nederland (gelukkig) erg hoog, maar het komt voor dat een bestuurder van een onderneming aansprakelijk is voor schadelijke handelingen van zijn of haar bedrijf. In plaats van de bescherming die een bedrijf doorgaans biedt, wordt het privévermogen dan aangesproken. In deze blog bespreken we een recente uitspraak waarin een bestuurder ruim 9 miljoen moest (terug)betalen. Oordeel zelf of dit terecht was.

Wanneer bestuurdersaansprakelijkheid?
Van (externe) bestuurdersaansprakelijkheid kan sprake zijn wanneer een onderneming ten opzichte van derden (bijv. leveranciers, opdrachtgevers of geldverstrekkers) onzorgvuldig handelt. De bestuurder wordt natuurlijk niet zomaar aangesproken. Hem of haar moet een ‘voldoende ernstig verwijt’ worden gemaakt en de lat ligt, zoals gezegd, erg hoog.

Casus
De rechter in Rotterdam oordeelde recent over de aansprakelijkheid van een (indirect) betuurder. Deze zaak benadrukt nog maar eens het persoonlijk risico dat bestuurders lopen wanneer zij handelen in strijd met hun verplichtingen. Het betrof hier een geschil met een geldverstrekker. Die gaf een lening aan de onderneming van 20 miljoen welke uiterlijk 31 december 2021 moest worden terugbetaald. Lang verhaal kort: de lening werd niet afgelost.

Bestuurder persoonlijk aansprakelijk
De geldverstrekker beschuldigde de bestuurder o.a. van betalingsonwil, selectieve betalingen (aan andere partijen én aan zichzelf) en verhaalsfrustratie. Daarbij werd hem ook een schending van zijn informatieplicht verweten. De rechter stelde vast dat de bestuurder vanaf 31 december 2021 wist dat de lening niet (volledig) zou kunnen worden terugbetaald, de onderhandelingen over de herfinanciering waren toen immers definitief stukgelopen. De bestuurder kon vanaf dat moment weten dat de geldverstrekker haar zekerheden zou willen uitwinnen. De rechter oordeelde om die reden dan ook dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk was voor de schade die na die tijd is ontstaan voor de geldverstrekker. Hij wist (of had redelijkerwijs moeten begrijpen) dat de onderneming door zijn handelswijze haar verplichtingen niet kon nakomen én ook geen verhaal meer zou bieden.

De rechtbank vond dat de drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid ruimschoots was overschreden. De schade voor de selectieve betalingen en verhaalsfrustratie werd nu al vastgesteld op ongeveer € 9,2 miljoen. Daarbij kan deze procedure voor de bestuurder nog een (heel duur) staartje krijgen, blijkt uit het vonnis. De begroting van de (aanvullende) schade veroorzaakt door het schenden van de informatieplicht is namelijk doorverwezen naar een volgende procedure, te weten de schadestaatprocedure.

Tot slot
Heb je vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Neem dan gerust contact op met Valérie van der Vliet, Jan de Koning of één van onze andere specialisten.

Bronnen:
Rechtbank Rotterdam 24 juli 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:7480