Corona en vakantie:
De juridische (on)mogelijkheden

Wat kan wel en wat kan niet?

corona en vakantie

De zomervakantie staat voor de deur. Dat deze vakantie in corona-tijd anders wordt dan normaal, zal niemand verbazen. Er bestaan veel vragen over corona en vakantie, ook op juridisch gebied. De economie heeft immers een flinke klap gehad. Om deze reden denken veel werknemers na over het intrekken van een reeds goedgekeurde vakantie of willen werkgevers werknemers juist verplichten om vakantiedagen op te nemen. In deze blog lees je duidelijk wat juridisch gezien wel en niet kan.

Verplicht op coronavakantie?

Vraag 1: mag een werkgever een werknemer verplichten om vakantie op te nemen, omdat het zo rustig is tijdens de coronacrisis?

In de wet staat dat de wensen van de werknemer in beginsel leidend zijn (artikel 7:637 lid 3 BW). De wet biedt dus geen grond om vakantie af te dwingen. Maar, er is een uitzondering: het rechtsbeginsel ‘goed werknemerschap’ (artikel 7:611 BW). De huidige omstandigheden rondom corona zijn zó bijzonder, dat dit artikel ruimte biedt voor maatwerk. Als vakantie bijvoorbeeld het verschil kan maken tussen overleven of een faillissement, dan zal de belangenafweging in het voordeel van de werkgever kunnen uitvallen. Belangrijke factoren in deze belangenafweging zijn: financiële situatie werkgever, impact (om hoeveel vakantiedagen gaat het eigenlijk), flexibiliteit (kan de werknemer nog keuzes maken tussen bijvoorbeeld juli of augustus), verzachtende maatregelen (bijvoorbeeld 5 dagen vrij voor inlevering 4 vakantiedagen) en voldoende overleg tussen werkgever en werknemer.

Oh nee, toch niet!

Vraag 2: kan een werknemer een reeds vastgestelde vakantie wijzigen of intrekken, omdat hij/zij tijdens de coronacrisis toch nergens heen kan?

Als de werkgever het prima vindt, dan kan zonder problemen een vakantie worden ingetrokken. Ligt een werkgever dwars, dan volgt uit de wetsgeschiedenis -in principe- ‘vastgelegd = vastgelegd’. Het is vervolgens aan de werknemer om aan te tonen dat van dit uitgangspunt afgeweken moet worden. Maar hier komt wederom artikel 7:611 BW kijken, dit keer in het kader van ‘goed werkgeverschap’. Heeft de werkgever in verhouding van het belang van de werknemer een redelijk belang bij het weigeren van de intrekking? De werkgever kan zich hiervoor bijvoorbeeld beroepen op een strakke, reeds vastgestelde vakantieplanning, verwachte drukte na afloop van corona en de mogelijkheid dat iedereen na corona tegelijkertijd op vakantie wil. Het is vervolgens aan de werknemer om te beargumenteren waarom de werkgever geen redelijk belang heeft bij het weigeren van de intrekking.

Weigeren vakantie

Vraag 3: kan een werkgever een verzochte vakantie door een werknemer weigeren?

Als de grootste lockdown beperkingen worden opgeheven, zullen veel werknemers mogelijk vakantie willen opnemen. Uitgangspunt is dat een werkgever een vakantie alleen kan weigeren wegens gewichtige redenen. Vervolgens moet direct een alternatief worden gezocht voor de werknemer, waarbij de werknemer twee weken aaneensluitend of tweemaal één week vrij mag zijn (artikel 7:638 lid 2 en 3 BW). De verwachting is dat deze gekke tijden rondom corona een gewichtige reden kunnen opleveren. Een werknemer mag in elk geval niet zomaar wegblijven, want dat heeft al meerdere malen tot (rechtsgeldig) ontslag op staande voet geleid.

Tot slot

Het is altijd het beste als werkgever en werknemer samen overleggen. Van beide kanten mag in deze bijzondere tijden enig begrip worden verwacht. Lukt het toch niet om samen eruit te komen? Neem dan gerust contact op met Michiel Vergouwen, Clarissa Kuipéri-Botter of één van onze andere specialisten.

Bron:

Hof ’s-Hertogenbosch 20 januari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:138

Liever direct contact opnemen?

Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog

Gerelateerde artikelen

Op de hoogte blijven?

Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.

Inschrijven nieuwsbrief

2020-09-24T11:31:20+02:00
Ga naar de bovenkant