Home » 3x bedenktermijn bij VSO

3x bedenktermijn bij VSO

Toch geen overeenstemming en geen uitdiensttreding.

Bedenktermijn

De bedenktermijn. In iedere vaststellingsovereenkomst staat onderaan een zinnetje dat de werknemer binnen twee weken mag terugkomen op de beslissing het dienstverband te beëindigen. Zonder opgaaf van redenen. Dit is bepaald in de wet (art. 7:670b lid 2 BW). Een werkgever moet dus nog twee weken afwachten of de werknemer ook daadwerkelijk uit dienst gaat. In deze blog drie voorbeelden uit de rechtspraak waarbij een werknemer akkoord ging met een VSO en later dacht: ‘oh nee, toch niet’.

Bedenktermijn nummer 1
Een cateringwerknemer bij KLM (sinds 1994 in dienst) was met haar werkgever aan het praten over uitdiensttreding via een VSO. Op 1 maart 2021 liet de gemachtigde van de werknemer weten akkoord te zijn. De vaststellingsovereenkomst werd door de werkgever gedateerd op 26 februari 2021, zodat de opzegtermijn van 4 maanden (en het dienstverband) op 1 juli zou eindigen en niet op 1 augustus 2021. Op 15 maart 2021 wilde de werknemer gebruik maken van de bedenktermijn en toch in dienst te blijven. Was dat op tijd?

De kantonrechter zei dat de bedenktermijn begint te lopen wanneer overeenstemming is bereikt over de essentialia van de overeenkomst. Dat was in casu 1 maart 2021. De antidatering voor de opzegtermijn stond los van de bedenktermijn. De bedenktermijn was precies op tijd ingeroepen en de werknemer bleef in dienst.

Bedenktermijn nummer 2
Een onderhoudsmedewerker was sinds 2015 in dienst. Op 20 april 2020 sloot hij met zijn werkgever een vaststellingsovereenkomst. Het dienstverband zou eindigen op 30 april 2020. De opzegtermijn was in de beëindigingsvergoeding inbegrepen. Dit betrof een kwijtgescholden lening van € 13.000,-. Toen de werknemer erachter kwam dat hij pas ná de opzegtermijn in aanmerking kwam voor een WW-uitkering, kreeg hij spijt. Op 4 mei 2020 berichtte hij de werkgever de volgende dag weer te komen werken. Op de werkvloer escaleerde de situatie zodanig dat de werknemer naar de rechter stapte.

De kantonrechter zei dat het niet uitmaakt waarom een werknemer zich bedenkt. De bedenktermijn was op tijd gebruikt. Loondoorbetaling en wedertewerkstelling werd toegewezen. Alleen de dagen tussen 30 april 2020 en 4 mei 2020 hoefden niet te worden uitbetaald.

Bedenktermijn nummer 3
Een werknemer (in dienst sinds 1992) van een school werd op non-actief gesteld. Tijdens mediation met haar werkgever werd een vaststellingsovereenkomst opgesteld, waarmee ook de werknemer instemde. Zij weigerde deze instemming echter met een handtekening te bekrachtigen. Dit kwam, omdat haar afscheidsfeest niet op de school zelf mocht worden georganiseerd. De kantonrechter zei toen: het weigeren een vaststellingsovereenkomst te ondertekenen, nadat overeenstemming is bereikt, moet worden gezien als een beroep op de bedenktermijn. Uiteindelijk werd de arbeidsovereenkomst wel beëindigd, maar dan via de h-grond. De werknemer ontving nog een riante billijke vergoeding van € 40.000,-.

Tot slot
Bij het sluiten van een VSO is het moment van instemming zeer belangrijk. De 14-dagen termijn gaat lopen vanaf het moment dat de essentialia schriftelijk zijn overeengekomen. Dit kan ook via een email zijn. Bij bovenstaande voorbeelden ging het goed mis. Win daarom eerst juridisch advies in als afscheid van een werknemer wordt genomen. Neem bij vragen gerust contact op met Charlotte Koopman, Dorien Zwart of één van onze andere specialisten.

Bronnen:
Rechtbank Noord-Holland d.d. 6 juli 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9155
Rechtbank Rotterdam d.d. 13 juli 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:6141
Rechtbank Den Haag d.d. 23 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:444

Liever direct contact opnemen?

Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog

Op de hoogte blijven?

Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.

Inschrijven nieuwsbrief

Door |2021-11-10T08:13:14+01:00november 10, 2021|Arbeidsrecht, Charlotte Koopman|Reacties uitgeschakeld voor 3x bedenktermijn bij VSO
Ga naar de bovenkant