Liegen over ziekte
tijdens corona

In tijden van corona gaan veel zaken telefonisch of via videobellen. Zo ook afspraken met de bedrijfsarts. Omdat het op die manier gemakkelijker is om te liegen over ziekte, zijn de consequenties voor werknemers groter. Bijvoorbeeld een werknemer die -naar eigen zeggen- nergens meer toe in staat was door medicijngebruik. Zij loog telefonisch tegen de bedrijfsarts over haar belastbaarheid. Toen de werkgever erachter kwam dat zij in de tussentijd wel de ene na de andere commerciële bingo organiseerde, werd ze op staande voet ontslagen. Wat vond de rechter van dit ontslag?

Liegen over ziekte
De werknemer viel op 11 januari 2021 uit wegens knieklachten. De bedrijfsarts deed een telefonisch consult. De werknemer zou vanaf 1 februari 2021 weer 3 uur per dag kunnen werken. De werknemer kwam op 1 februari 2021 echter niet naar het werk. Zij stelde dat zij niet in staat was tot werkhervatting. Op 10 februari 2021 heeft de bedrijfsarts opnieuw telefonisch contact met de werknemer opgenomen. De werknemer bleef bij haar verhaal dat zij nergens toe in staat was, mede vanwege haar medicijngebruik.

De werkgever kwam erachter dat de werknemer tijdens haar arbeidsongeschiktheid een bedrijf had opgericht gericht op de verkoop van schoonheidsproducten. Hierbij organiseerde de werknemer diverse digitale bingo’s waarbij deze schoonheidsproducten werden verloot. Onder meer op 16, 18 en 19 maart 2021 had ze commerciële bingo’s georganiseerd en gepresenteerd. De werknemer werd op staande voet ontslagen.

Wat vond de rechter?
De werkgever had vier filmpjes opgenomen waarop de werknemer bingo’s presenteerde. Deze werden door de rechter bekeken. Die vond dat de werknemer inderdaad een onjuist beeld had geschetst van haar situatie. Zelf zei ze immers zwaar onder de medicijnen te zitten, waardoor zij de hele dag versuft in bed lag. De rechter vond de werknemer op de filmpjes echter geconcentreerd, snel, accuraat en vol focus.

De rechter benadrukte dat in tijden van corona vaak alleen telefonisch met de bedrijfsarts wordt gesproken. Een werknemer heeft dan een extra verplichting om de gezondheidstoestand zo volledig en waarheidsgetrouw te beschrijven. Deze werknemer had de bedrijfsarts welbewust misleid. Het ontslag op staande voet hield stand. De werknemer ontving geen loon over de opzegtermijn, geen transitievergoeding en kan geen aanspraak maken op een WW-uitkering.

Tot slot
Vertrouwen tussen werkgever en werknemer is een groot goed. Liegen over ziekte is altijd slecht, maar zeker in tijden van thuiswerken en telefonische consulten met een bedrijfsarts. De rechter nam het deze werknemer dan ook (terecht) zeer kwalijk dat zij de waarheid had verdraaid. Ontslag op staande voet, het ultimum remedium, werd goedgekeurd. Vragen hierover? Neem dan gerust contact op met Dorien Zwart, Demi op den Velde of één van onze andere specialisten.

Bron:
Rechtbank Noord-Nederland d.d. 23 juni 2021, Zaaknummer: 9156426 AR VERZ 21-26. AR 2021-0909 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl)