33%-regel kinderopvang
wordt verruimd
Staatssecretaris past regelgeving aan wegens hoge werkdruk.
Nood aan de man in de kinderopvang. Veel organisaties krijgen de roosters niet meer rond. In oktober 2021 luidden zo’n 125 kinderopvangorganisaties de noodklok. Via een brandbrief aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vroegen zij aandacht voor de grote personeelstekorten in de gehele branche. Diezelfde staatssecretaris ontving eerder al van de CAO-partijen (CNV, Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang) signalen over de hoge werk- en regeldruk bij het personeel. Daarom gaan er vanaf 1 januari 2022 dingen veranderen om de werkdruk en het personeelstekort aan te pakken.
33%-regel kinderopvang wordt 50%
De belangrijkste verandering is verruiming van de inzet van beroepskrachten in opleiding. Op dit moment geldt de 33%-regel. Maximaal één derde (33%) van de beroepskrachten op een locatie mag bestaan uit pedagogisch medewerkers in ontwikkeling, student-werknemers en stagiairs. Dit vormt voor veel werkgevers een groot probleem. Enerzijds lopen zij aan tegen het feit dat zij een deel van het personeel dat voorhanden is, niet kan inzetten. Anderzijds vormt deze zogenaamde 33%-regel een beperking om meer mensen in opleiding in dienst te nemen.
Meer beroepskrachten in opleiding
Vanaf 1 januari 2022 vindt een tijdelijke aanpassing van de 33%-regel uit de Regeling Wet Kinderopvang plaats. Deze wijziging betekent dat het werkgevers voor een periode van zes maanden is toegestaan méér beroepskrachten in opleiding formatief in te zetten. In plaats van een derde mag vanaf 1 januari 2022 maximaal de helft van het aantal beroepskrachten op een locatie bestaan uit medewerkers in opleiding, of beter gezegd meetellen voor de leidster-kind-ratio. Van 33% naar 50% dus! De staatssecretaris hoopt hiermee de (zij-)instroom van werknemers naar de kinderopvangbranche te vergroten.
Toezicht en handhaving
Daarnaast zal vanaf 15 december 2021 meer aandacht komen voor het personeelstekort bij toezicht en handhaving door GGD en gemeente. Personeelstekort wordt een verzachtende omstandigheid. Indien een kwaliteitseis, zoals bijvoorbeeld het hanteren van stam- en basisgroepen, het vaste gezichtencriterium of de drie-uursregeling, niet juist wordt nageleefd vanwege personeelstekort, dan zal de toezichthouder dit verplicht moeten opnemen in zijn inspectierapport. De gemeente kan dan vervolgens in het handhavingsbesluit rekening houden met die verzachtende omstandigheid.
Dit vormt een wijziging in de werkwijze van toezichthouders. Onduidelijk is op dit moment welke situatie wel en niet als verzachtende omstandigheid zal worden aangemerkt. Het is daarom de vraag of dit meteen goed zal gaan. Word je geconfronteerd met een inspectierapport waarin overtredingen zijn geconstateerd zonder dat het personeelstekort als verzachtende omstandigheid is opgenomen? Dan is het raadzaam hierover juridisch advies in te winnen.
Tot slot
Het Team Kinderopvang van DKVA kan ondersteunen in een handhavingstraject, bijvoorbeeld door het opstellen van een zienswijze of het indienen van een bezwaarschrift. Heb je vragen over de verruiming van de 33%-regel of wil je even sparren over de juiste strategie bij handhaving? Neem dan gerust contact op met Dorien Zwart, Charlotte Koopman of één van onze andere specialisten.
Bronnen:
- Brief staatssecretaris d.d. 29 november 2021 over werkdruk en personeelstekort in de kinderopvang
- Brief Kinderopvangorganisaties d.d. oktober 2021 over werkdruk en personeelstekort in de kinderopvang
- Brief Brancheorganisatie Kinderopvang, Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang en CNV d.d. 24 juni 2021 over personeelstekort en kinderopvang
Liever direct contact opnemen?
Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog
Op de hoogte blijven?
Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.