3x lege handen met
studiekostenbeding
Leerzaam voor werkgever én werknemer.
Het studiekostenbeding. Ze komen in veel arbeidsovereenkomsten voor, om te zorgen dat een werknemer niet (te) snel vertrekt na een dure opleiding die door de werkgever is betaald. Op die manier kan de werkgever de investering een beetje veiligstellen, in ieder geval een paar jaar. Het is ook een onderwerp waar vaak over wordt geprocedeerd. Want werknemers willen eigenlijk nooit terugbetalen en werkgevers willen altijd terugbetaald worden. In deze blog drie sprekende voorbeelden met steeds hetzelfde resultaat.
Studiekostenbeding en CAO
In de arbeidsovereenkomst was een studiekostenbeding opgenomen waarin de werknemer studiekosten moest terugbetalen als hij binnen 2 jaar zou vertrekken. Dit was in strijd met een artikel uit de CAO Metaalbewerkingsbedrijf, daar was het maximum 1 jaar. Was het studiekostenbeding dan nietig? Hierover werd geprocedeerd toen de werknemer na iets meer dan 1 jaar vertrok. De werknemer was geen lid van de vakbond die partij was bij de CAO. Ook was de CAO niet algemeen verbindend. Was de CAO dan van toepassing? Het Hof stelde vast dat beide partijen de intentie hadden de CAO te volgen en dat sprake was van een zogeheten dynamisch incorporatiebeding. De CAO was dus geldend. Het studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst mocht niet strenger zijn dan die uit de CAO. Terugbetaling was niet verplicht.
Studiekostenbeding en proeftijd
Een werknemer van een kinderdagverblijf tekende bij haar arbeidsovereenkomst ook voor een studiekostenbeding. In het studiekostenbeding was een termijn van 2 jaar gesteld. Zolang moest de werknemer in dienst blijven als zij niks wilde terugbetalen. In de arbeidsovereenkomst was ook een proeftijd afgesproken van twee maanden. De werknemer zegde de arbeidsovereenkomst in die proeftijd op, omdat de werkgever werkdagen bleef wijzigen op voor de werknemer onmogelijke tijdstippen. Discussie ontstond over de studiekosten van bijna € 3.000,- die al gemaakt waren. Voor wiens rekening kwamen die? De kantonrechter vond niet dat sprake was van een ‘vrijwillig vertrek’ door de werknemer. De situatie was geheel door de werkgever gecreëerd en diens weinig flexibele houding. Terugbetaling was niet verplicht.
Studiekostenbeding en tweede opleiding
Een werknemer tekende in 2016 een studiekostenbeding. Hierin stond een terugbetalingsverplichting als de werknemer binnen 1 jaar na afronding van de opleiding ontslag na. Het ging over een bedrag van € 8.000,-. De werknemer rondde de opleiding ‘Eerste Bedrijfsautotechnicus’ succesvol af. Daarna ging hij een tweede opleiding doen tot ‘Technisch Specialist’. Je raadt het al, hij vertrok na afronding van die opleiding. De werkgever vorderde (na verrekening met de eindafrekening) nog een bedrag van € 6.000,-. De kantonrechter moest eraan te pas komen. Die constateerde dat het studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst specifiek op de eerste opleiding zag. Als de werkgever ook de tweede opleiding wilde ‘verzekeren’, had hij hierover duidelijke afspraken moeten maken. Dat had de werkgever nagelaten. Terugbetaling was niet verplicht.
Tot slot
Drie keer bleef een werkgever in deze zaken met lege handen achter. Goed advies is ook bij studiekostenbedingen raadzaam, het gaat soms om grote bedragen. Heb je vragen over een nieuw of bestaand studiekostenbeding? Neem dan gerust contact op met Charlotte Koopman, Dorien Zwart of één van onze andere specialisten.
Bronnen:
Gerechtshof Amsterdam d.d. 20 juli 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2292
Rechtbank Den Haag d.d. 29 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:8368
Rechtbank Oost-Brabant d.d. 29 juli 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:3925
Liever direct contact opnemen?
Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog
Op de hoogte blijven?
Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.