Wie heeft vragen over ZZP?
Onduidelijkheid blijft nog even, DKVA heeft antwoorden.
Een veelgestelde vraag de laatste tijd: wanneer is iemand werknemer en wanneer is iemand zelfstandige? Het is onrustig op dit gebied, want vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven op schijnzelfstandigheid. Het wetsvoorstel dat duidelijkheid moet verschaffen (Wet ‘verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’, ook wel VBAR) is inmiddels de verantwoordelijkheid van Minister Van Hijum. Die mikt met de wet op 1 januari 2026. Tot die tijd moeten we het doen met de huidige uitspraken van rechters. In deze blog twee recente voorbeelden uit de rechtspraak met vragen over ZZP.
Nagelstyliste
Een nagelstyliste schreef zichzelf in bij de KvK als eenmanszaak en werkte vervolgens 8 maanden lang bij een schoonheidssalon. Zij stuurde hiervoor maandelijks facturen inclusief btw. Toen de schoonheidssalon de samenwerking beëindigde, stapte de nagelstyliste naar de rechter. Zij wilde een verklaring voor recht dat sprake was van een arbeidsovereenkomst die op onjuiste wijze was beëindigd. Ook wilde ze een billijke vergoeding.
Wat vond de rechter?
De rechter keek naar het recente Deliveroo-arrest. De rechter constateerde dat de elementen ‘loon’ en ‘gezag’ ontbraken. Zij had facturen gestuurd en betaald gekregen. Zij was ingeschreven bij de KvK en haar boekhouding uitbesteed. Zij had de regie over haar werktijd en vakanties. Zij mocht haar eigen klantenbestand opbouwen. Het feit dat zij een shirt droeg met het logo van de salon maakte dit niet anders.
Vakantieparkbeheerders
Dan de twee mannen die belast waren met beheer en technisch onderhoud van een vakantiepark. Zij hadden daar 8 maanden gewerkt, totdat de werkgever de samenwerking beëindigde. De parkbeheerders wilden een vergoeding van € 5.000,- bruto per persoon, wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting.
Wat vond de rechter?
De parkbeheerders konden aantonen dat zij niet vrij waren te bepalen hoe en wanneer zij hun werkzaamheden verrichtten; er moest altijd een beheerder op het park beschikbaar zijn. De taken werden onderling verdeeld. Ze werkten onder instructie van de operationeel manager. Een andere parkbeheerder, met hetzelfde takenpakket, had wel een arbeidsovereenkomst. Ook moesten ze hun werk persoonlijk verrichtten en mochten ze zich niet laten vervangen. Tot slot was ook van belang dat deze werknemers zichzelf niet als ondernemer zagen en zich evenmin zo presenteerden. Zij hadden geen KVK-inschrijving en geen btw-nummer. Zij deden geen investeringen, reden in een bedrijfsauto van het vakantiepark en liepen geen ondernemersrisico. Kortom, de rechter nam een arbeidsovereenkomst aan en het vakantiepark was een aanzegvergoeding verschuldigd, gelijk aan één maand loon, zijnde € 5.000,- bruto per werknemer.
Tot slot
We kunnen ons voorstellen dat ook binnen jouw organisatie veel vragen over ZZP bestaan. Vooraf juridisch advies inwinnen is altijd beter dan achteraf puinruimen. Neem daarom gerust contact op met onze experts op ZZP-gebied: Michiel Vergouwen en Charlotte Koopman.
Bronnen:
Rechtbank Den Haag d.d. 4 juli 2024, AR-2024-1090 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl)
Rechtbank Noord-Holland 20 juni 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:6061
https://dekoningvergouwen.nl/zzp-de-stand-van-zaken-eind-2023
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/06/21/meer-duidelijkheid-over-werken-met-en-als-zelfstandige-wetsvoorstel-naar-raad-van-state
Liever direct contact opnemen?
Schroom niet, bel of mail ons vandaag nog
Op de hoogte blijven?
Laat je e-mailadres achter en ontvang als eerste onze laatste blogs en updates in je mailbox.